Bij de berekening van de belasting wordt per belastingplichtige aan de voet van de inkomsten een basisbedrag vrijgesteld. Dit basisbedrag, de belastingvrije som genoemd, bedraagt voor aanslagjaar 2017 minimaal € 7.270,00 en maximaal € 7.570,00, afhankelijk van het totale belastbare inkomen. Dit vrijgestelde basisbedrag kan evenwel worden verhoogd, onder meer ingeval de belastingplichtige personen ten laste heeft.
Een persoon is ten laste van de belastingplichtige indien hij op 1 januari van het aanslagjaar deel uitmaakt van het gezin en geen eigen bestaansmiddelen heeft die hoger zijn dan € 3.200,00 (aanslagjaar 2017). In eerste instantie denkt men aan de eigen kinderen, maar ook ascendenten, zijverwanten tot en met de tweede graad of personen van wie men vroeger zelf ten laste was komen in aanmerking.
Indien de belastingplichtige een persoon ten laste heeft, wordt het basisbedrag van de belastingvrije som verhoogd met de in de wet voorziene toeslagen. Dit impliceert een vermindering van belastingen. Deze jaarlijkse toeslagen bedragen € 1.550,00 voor één kind ten laste, € 3.980,00 voor twee kinderen, € 8.920,00 voor drie kinderen en € 14.420,00 voor vier kinderen ten laste (aanslagjaar 2017). Per kind boven het vierde is een toeslag van € 5.400,00 voorzien en per kind dat op 1 januari van het aanslagjaar jonger is dan drie jaar wordt nog eens bijkomend € 580,00 toegekend. Het spreekt dus voor zich dat deze vermindering van belasting voor belastingplichtigen met kinderen een belangrijke besparing kan zijn.
Voor gehuwden of wettelijk samenwonenden die in België wonen en waarvoor een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, worden de toeslagen op de belastingvrije som door de fiscus automatisch toegekend aan de partner met het hoogste inkomen. Indien beiden in België werken, is dit in beginsel geen probleem aangezien dit tot de voordeligste berekening leidt voor de belastingplichtigen.
Als de partner met het hoogste inkomen in het buitenland werkzaam is, is de automatische toewijzing van deze toeslagen vaak niet in het voordeel van de belastingplichtigen. Het inkomen van deze partner wordt doorgaans belast in de werkstaat en vervolgens in België vrijgesteld. Aangezien deze partner aldus in België geen belastingen betaald, heeft de toekenning van toeslagen op de belastingvrije som aan deze partner geen enkel effect. Deze toeslagen gaan met andere woorden verloren zonder dat het gehuwd of wettelijk samenwonend koppel de keuze heeft om de toeslagen aan de partner met het laagste inkomen toe te kennen die hier wel nuttig gebruik van zou kunnen maken.
Het Europees Hof van Justitie en het Belgisch Grondwettelijk Hof oordeelden in 2013 en 2014 echter dat deze automatisch toerekening aan de partner met het hoogste inkomen in grensoverschrijdende situaties aanleiding kan geven tot een schending van het recht op vrij verkeer en van het gelijkheidsbeginsel. De fiscus heeft vervolgens getracht een tussenoplossing uit te werken, doch het Hof van Beroep te Antwerpen heeft deze tussenoplossing in 2015 verworpen in een voor belastingplichtigen gunstig arrest.
In mei 2017 heeft de fiscus zich bij wege van circulaire 2017/C/31 neergelegd bij deze rechtspraak en zij zal, vanaf aanslagjaar 2017 (i.e. inkomstenjaar 2016), de toeslagen op de belastingvrije som voor personen ten laste toekennen aan de partner met het hoogste inkomen, behalve indien de aanrekening bij de andere partner voordeliger is. De fiscus zal met andere woorden de berekening kiezen die voor de belastingplichtigen het meest gunstig is.
Zoals hierboven vermeld, zal de fiscus vanaf aanslagjaar 2017 automatisch de voor de belastingplichtigen gunstigste berekening toepassen. De vermelding van personen ten laste in de jaarlijkse aangifte dient dus niet anders te gebeuren dan voorheen.
Voor voorgaande aanslagenjaren zal er echter geen automatische herberekening plaatsvinden. De belastingplichtige zal zelf actie moeten ondernemen om aanspraak te kunnen maken op deze vermindering van belasting. Indien er nog geen zes maanden verstreken zijn sedert de datum van verzending van de aanslag, kan men bezwaar indienen.
Indien deze termijn voor zes maanden verstreken is, kunnen belastingplichtigen ook een verzoek indienen tot ambtshalve ontheffing. Deze procedure is mogelijk voor aanslagen die gevestigd zijn in 2013 of later, op voorwaarde dat er met betrekking tot die aanslag in het verleden nog geen bezwaar werd ingediend. Om te controleren wanneer uw aanslag gevestigd werd, dient u de eerste pagina van uw aanslagbiljet te raadplegen. Indien de datum van uitvoerbaarverklaring van het kohier zich in 2013 of later bevindt, komt u mogelijk in aanmerking voor ambtshalve ontheffing.
+32 89 32 23 00
Grotestraat 122
B-3600 Genk
+32 89 46 15 62
Bocholterstraat 14
B-3960 Bree