De wet omschrijft “pensionering van de pachter" als volgt: de pachter geniet na het bereiken van de pensioenleeftijd een rust- of overlevingspensioen en heeft geen kinderen, kleinkinderen of schoonkinderen die het bedrijf voortzetten.
Enkel in dat geval kan de verpachter op elk moment opzeggen voor eigen gebruik.
Bovendien kan hij opzeggen om het goed te verpachte of te vervreemden aan een leefbaar bedrijf of aan een bedrijf met een ontwikkelingsplan.
De verpachter zal steeds een opzegtermijn van minstens 1 en hoogstens 4 jaar in acht moeten nemen.
De algemene regel bij het overlijden van de pachter is dat de pachtovereenkomst deel uitmaakt van de erfenis. Dus bij overlijden van de pachter loopt de pachtovereenkomst verder in het voordeel van zijn erfgenamen.
Echter, hierop kan een uitzondering voorzien worden. Toch kan de verpachter in dat geval opzeggen indien die mogelijkheid uitdrukkelijk in het pachtcontract is opgenomen. Bovendien mag de overleden pachter dan geen overlevende echtgenote of (aangenomen) kinderen nalaten. De timing voor de opzeg is wettelijk bepaald: de verpachter moet binnen het jaar na het overlijden opzeggen en moet dan nog een opzeggingstermijn van 2 jaar in acht nemen.
De pachtovereenkomst wordt door het overlijden van de verpachter niet ontbonden. De erfgenamen worden van rechtswege of automatisch de nieuwe verpachters.
+32 89 32 23 00
Grotestraat 122
B-3600 Genk
+32 89 46 15 62
Bocholterstraat 14
B-3960 Bree