De gewone vergoeding is in de volksmond ook gekend onder de naam 'prijzij'.
De gewone vergoeding bestaat uit volgende elementen:
De vergoeding is in principe gelijk aan de waarde bij het einde van de pacht, met als maximum de door de pachter gemaakte kosten. Deze berekening is nogal ingewikkeld en vooral gebaseerd op gewoonterecht. Bovendien is de berekening ook vaak streekgebonden. In de praktijk wordt ook vaak een forfaitaire vergoeding afgesproken bv. twee- of driemaal de pachtprijs. Bij gebreke aan overeenstemming omtrent de gewone vergoeding zal de zaak bij de vrederechter aanhangig gemaakt moeten worden.
In de pachtovereenkomst kan geen bepaling opgenomen worden stellende dat er bij de beëindiging van de pacht geen gewone vergoeding verschuldigd is. Indien de pachter toch wenst afstand te doen van de gewone vergoeding zal dit slechts mogelijk zijn nadat er opzegging is gegeven en als dat is vastgelegd in een authentieke akte of blijkt uit een verklaring die is afgelegd voor de vrederechter.
Bij betwisting rond de gewone vergoeding zullen partijen hun standpunt moeten bewijzen. Een belangrijk bewijsinstrument betreft dan ook de tegensprekelijke plaatsbeschrijving. De Pachtwet voorziet dat tijdens de eerste drie maanden van de pachtovereenkomst dat de pachter en de verpachter elkaar kunnen verplichten tot de opmaak van een tegensprekelijke plaatsbeschrijving. Belangrijk is dat – bij gebreke aan zulke tegensprekelijke plaatsbeschrijving – de wet bepaald dat het goed zich op het einde van de pacht in dezelfde staat bevindt als in het begin.
Naast de gewone vergoeding voorziet de Pachtwet tevens in een buitengewone vergoeding bij beëindiging van de pachtovereenkomst.
Deze buitengewone vergoeding betreft een bijkomende vergoeding naast de gewone vergoeding.
De pachter zal enkel recht hebben op deze buitengewone vergoeding wanneer het gaat om situaties die niet voorzien waren in de pachtovereenkomst. De situaties konden door de pachter niet voorzien worden bij het afsluiten van de pachtovereenkomst. De Pachtwet voorziet een limitatieve lijst van situaties die weerhouden kunnen worden voor deze buitengewone vergoeding, nl.:
Bij de berekening van de buitengewone vergoeding geschiedt aan de hand van enkele schadeposten waarmee rekening gehouden dient te worden. Deze schadeposten kunnen zijn o.a.:
Dit is het inkomen dat de gebruiker van de landbouwgoederen moet derven omdat hij niet meer de opbrengst kan hebben van de grond of gebouwen die werden ingenomen. Voor de berekening worden meestal en indien beschikbaar de boekhoudkundige gegevens gehanteerd.
De evaluatie van deze schadepost geschiedt in relatie tot het gedeelte van de oppervlakte dat aan het landbouwbedrijf wordt onttrokken. Bovendien zal hier ook rekening gehouden worden met de specifieke ligging van de gronden, het feit dat deze gronden bijvoorbeeld bijzonder geschikt zijn voor het uitoefenen van een welbepaalde teelt. Immers, bij verlies aan grond moet de landbouwer ofwel minder dieren gaan houden, ofwel ruwvoeder vervangen door krachtvoeder.
In het geval bepaalde gebouwen of werken nutteloos worden bij verlies van pachtgronden, zal aan de pachter een bijkomende vergoeding verschuldigd zijn om deze waardevermindering te compenseren. Deze vergoeding wordt meestal forfaitair berekend.
Bij verlies aan pachtgrond kan de pachter worden verplicht zijn wijze van uitbating grondig te veranderen, hetgeen bijkomende kosten en investeringen kan noodzaken.
mogelijk verlies van mogelijkheden inzake mestafzet, mogelijk verlies van premies (bv. zoogkoeienquotum); het verlies van een voordelige pacht; verhuiskosten; …
In geval er betwisting zou rijzen omtrent de omvang van de bijzondere uittredingsvergoeding zal de verpachter steeds verplicht zijn om een provisionele vergoeding te betalen aan de pachter. Deze provisionele vergoeding zal gelijk zijn met het saldo van de verschuldigde pachtprijs voor het resterende deel van de pachtovereenkomst, echter beperkt tot minimaal 4 jaar en maximaal 8 jaar pachtprijs. Bij gebreke aan dergelijke betaling door de verpachter heeft de pachter het recht om op het gepachte goed te blijven
+32 89 32 23 00
Grotestraat 122
B-3600 Genk
+32 89 46 15 62
Bocholterstraat 14
B-3960 Bree