1 Toepassingsgebied
Het bewind dient ter bescherming van meerderjarigen van wie hun gezondheidstoestand hen geheel of gedeeltelijk verhindert om zonder bijstand of enige andere beschermingsmaatregel hun eigen vermogens- of niet-vermogensrechtelijke belangen te behartigen, of voor meerderjarige personen die zich in een staat van verkwisting bevinden.
Ook op minderjarigen heeft deze wet een beperkte weerslag. Vanaf het ogenblik dat de te beschermen persoon de volle leeftijd van zeventien heeft bereikt, kan men reeds een beschermingsverzoek indienen van zodra vaststaat dat hij of zij bij de meerderjarigheid in de bovenstaande gezondheidstoestand zal verkeren.
2 Subsidiariteit en proportionaliteit
Bij de toekenning van een beschermingsstatuut worden steeds twee belangrijke principes gehanteerd: subsidiariteit en proportionaliteit. Dit maakt het de vrederechter mogelijk om de beschermingsmaatregelen op maat van de beschermde persoon te creëren.
Aangezien het beschermingsstatuut twee verschijningsvormen kent, zal men onder invloed van het subsidiariteitsbeginsel steeds opteren voor de minst ingrijpende vorm, nl. de buitengerechtelijke bescherming. De rechterlijke bescherming zal zich pas aandienen indien blijkt dat de buitengerechtelijke bescherming tekort schiet.
Verder houdt men ook rekening met de proportionaliteit. De vrederechter zal steeds de handelingen waarvoor men onbekwaam wordt verklaard zo veel mogelijk beperken. Wat de beschermde persoon zelf kan, doet hij zelf. De autonomie van de beschermde persoon is cruciaal. De vrederechter zal steeds uitgaan van de bekwaamheid van de beschermde persoon.
3 Buitengerechtelijke bescherming
De buitengerechtelijke bescherming geniet de voorkeur omdat ze minder verregaand is dan de rechterlijke bescherming. De wilsbekwame meerderjarige kan deze vorm van lastgeving op ieder ogenblik beëindigen.
Verder eindigt deze vorm van lastgeving niet van rechtswege wanneer de beschermde persoon in een gezondheidstoestand terechtkomt die beschermingsmaatregelen rechtvaardigt of in een staat van verkwisting. Indien de beschermde persoon zich niet in de reeds vermelde gezondheidstoestand of staat van verkwisting bevindt, zal ze vallen onder de gemeenrechtelijke lastgeving.
De buitengerechtelijke bescherming heeft geen invloed op de bekwaamheid van de beschermde persoon, deze blijft zowel handelings- als wilsbekwaam. Deze bescherming kan enkel invloed hebben op de goederen van de beschermde persoon.
4 Rechterlijke bescherming
De rechterlijke bescherming wijst op een (al dan niet gedeeltelijke) handelings – en wilsonbekwaamheid.
Dit beschermingsmechanisme kan, in tegenstelling tot de buitengerechtelijke bescherming, niet enkel betrekking hebben op de goederen maar ook op de persoon.
De vrederechter zal steeds trachten om de wilsonbekwame handelingen van de beschermde persoon te beperken en na te gaan wat de beschermde persoon nog zelf kan. Evenwel zijn in principe alle handelingen die door de wilsonbekwame beschermde persoon worden gesteld rechtens nietig. Een handeling die de beschermde heeft gesteld voor zijn onbekwaamverklaring kan vernietigd worden, wanneer is aangetoond dat de oorzaak van de beschermingsmaatregel reeds bestond op het ogenblik van het stellen van die handeling.
5 Bewind
Wanneer de vrederechter een rechterlijke bescherming heeft bevolen, zal hij in principe gelijktijdig het bewind organiseren.
Het bewind kan vrij simpel worden omschreven als de bevoegdheid van een derde om handelingen op het persoons- of vermogensrechtelijke vlak te stellen ten behoeve van een beschermde persoon. Tevens kan deze derde, de bewindvoerder genaamd, de handelingen gesteld door de wilsonbekwame a priori of a posteriori bekrachtigen. Daarbij dient steeds voor ogen te worden gehouden dat de bewindvoering louter tot doel heeft de belangen van de te beschermen persoon te waarborgen.
5.1 Bewindvoerder
Een bepaald aantal handelingen komen evenwel niet in aanmerking voor bijstand of vertegenwoordiging, zoals o.a. de toestemming om te huwen, de sterilisatie, het onderzoek naar het moeder- of vaderschap, de weigering om een autopsie uit te voeren op zijn kind van minder dan 18 maanden, het afnemen van bloed en toestemming tot zwangerschapsafbreking, het indienen van een verzoek tot echtscheiding door onderlinge toestemming,...
5.2 Vertrouwenspersoon
6 Overgangsrecht
De wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, trad in werking op 1 september 2014.
Voor de lopende beschermingsmaatregelen gelden de volgende principes:
Besluit Vanaf 1 september 2014 bestaat er slechts één beschermingsstatuut voor de wilsonbekwame personen: het bewind. |
+32 89 32 23 00
Grotestraat 122
B-3600 Genk
+32 89 46 15 62
Bocholterstraat 14
B-3960 Bree