De immobilisering van een voertuig is een preventieve beveiligingsmaatregel die door het parket gevorderd kan worden. Door deze immobilisering verbiedt men u een bepaald voertuig tijdelijk te gebruiken.
De rechtsgrond voor deze immobilisering vindt men in art. 50, § 1 Wegverkeerswet. Dit artikel bepaalt dat de politierechter tijdelijk de immobilisering van het voertuig kan bevelen wanneer hij een rijverbod uitspreekt en enkel wanneer het voertuig eigendom is van de dader (of uitsluitend ter beschikking staat van de dader).
Heel eenvoudig gesteld betekent het verbeurd verklaren van een voertuig niet meer of niet minder dan het definitief afnemen van uw voertuig.
De rechtsgrond voor deze verbeurdverklaring vindt men in art. 50, § 2 Wegverkeerswet. Dit artikel bepaalt dat de politierechter de verbeurdverklaring van het voertuig kan bevelen wanneer het verval definitief is of ten minste 6 maanden bedraagt en enkel wanneer het voertuig eigendom is van de dader van het verkeersmisdrijf.
Zoals reeds aangehaald in de inleiding is de wetgever van oordeel dat deze eigendomsvereiste een waar knelpunt betreft en de politierechter in zijn mogelijkheden beknot.
Zo vallen onder meer bestuurders van bedrijfs- en leasingwagens, alsook bestuurders die hun wagen inschrijven op naam van een familielid, niet onder het toepassingsgebied van de huidige wetgeving.
Het wetsvoorstel geeft aan de politierechter de mogelijkheid om het voertuig van de overtreder verbeurd te verklaren of te immobiliseren in plaats van het voertuig waarmee hij de overtreding beging. Bovendien wil de wetgever het mogelijk maken om een verbeurdverklaring bij equivalent uit te spreken indien het voertuig onvindbaar is. Dit betekent dat het mogelijk wordt andere zaken uit uw vermogen verbeurd te verklaren en dit ten belope van de waarde van uw voertuig.
Wat deze verbeurdverklaring bij equivalent betreft, is er op dit ogenblik sprake van onenigheid, aangezien men constateert dat verkeersovertreders veelal onvermogend zijn. Een verbeurdverklaring bij equivalent heeft op dat vlak dan ook weinig zin.
Daarnaast poogt het wetsvoorstel de minimale periode van verval (die voordien vastgesteld was op 6 maanden) te verkorten naar 3 maanden, teneinde de politierechter de mogelijkheid te geven strenger op te treden.
+32 89 32 23 00
Grotestraat 122
B-3600 Genk
+32 89 46 15 62
Bocholterstraat 14
B-3960 Bree