Het recht van een patiënt om al dan niet in te stemmen met een medische behandeling is opgenomen in artikel 8 van de wet betreffende de rechten van de patiënt van 22 augustus 2002. De patiënt heeft het recht om geïnformeerd te worden door de arts alvorens toe te stemmen met een medische behandeling. Zo heeft de patiënt ook het recht een medische behandeling te weigeren. Het weigeren van deze behandeling kan actueel of voorafgaandelijk zijn. Bij een voorafgaandelijke weigering is er sprake van een negatieve wilsverklaring.
Om rechtsgeldig te zijn dient deze negatieve wilsbeschikking aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Vooreerst dient de negatieve wilsverklaring opgesteld te zijn door iemand die op het ogenblik van de opstelling in staat was zijn rechten uit te oefenen. Bovendien dient de verklaring opgesteld te zijn door de betrokkene zelf. Hoewel de tatoeage wordt geplaats door iemand anders, gebeurt dit wel op het lichaam van de patiënt en met diens toestemming. Het kan dan ook niet anders geïnterpreteerd worden dan dat de patiënt de inhoud van de tatoeage overneemt alsof hij die zelf heeft geplaatst. De wet patiëntenrechten bepaalt dat de voorafgaande wilsverklaring de vorm moet aannemen van een ‘schriftelijk’ document. Hoewel een tatoeage niet handgeschreven is, bestaat een tatoeage wel uit schrifttekens en voldoet bijgevolg aan de vereiste van een schriftelijk document. Een negatieve wilsverklaring heeft ook pas uitwerking wanneer de patiënt, op het moment dat de medische interventie moet worden uitgevoerd, niet meer in staat is zijn wil te uiten. Wanneer de noodzaak tot reanimatie bestaat, is de patiënt per definitie bewusteloos en bijgevolg wilsonbekwaam waardoor deze voorwaarde in de praktijk steeds zal vervuld zijn.
De niet reanimatietatoeage voldoet bijgevolg aan de geldigheidsvoorwaarden van een negatieve wilsverklaring zoals in de wet patiëntenrechten bepaald. De negatieve wilsverklaring is dus bindend voor de arts zorgberoeper.
Hoewel een niet reanimatietatoeage als wilsverklaring zeer duidelijk is, zou er in bepaalde situaties mogelijks onzekerheid kunnen bestaan in hoofde van de arts of zorgbeoefenaar. Had de patiënt de bedoeling om ook een reanimatie te weigeren wanneer de kans op volledig herstel zonder restletsel redelijk groot is? Denk hierbij aan een ademhalingsstilstand als gevolg van het verslikken in een stuk voedsel of het verdrinken van de patiënt die vervolgens onmiddellijk door de redder uit het water wordt gehaald. Als er ernstige twijfel is of de patiënt met zijn wilsverklaring de situatie zoals ze zich voordoet wel voor ogen had, dan kan er beroep gedaan worden op de ‘gegronde reden’ om de niet reanimatietatoeage te negeren en toch te reanimeren . De arts of zorgbeoefenaar zal in eer en geweten deze moeilijk inschatting dienen te maken. Dit kan eventueel een verkeerde inschatting zijn met potentieel grote gevolgen.
Wanneer een arts of zorgbeoefenaar een patiënt met een niet reanimatietatoeage toch reanimeert, wordt het recht op fysieke integriteit van de patiënt geschonden. De ratio van het wettelijk bindend karakter van de negatieve wilsverklaring is gelegen in het recht op de fysieke integriteit van de patiënt. Dit persoonlijkheidsrecht houdt in dat elke aantasting van het lichaam door een derde, hoe miniem zij ook is, in beginsel ongeoorloofd is. Dat recht is hier geschonden aangezien de patiënt op voorhand de behandeling reeds had geweigerd. De sanctionering ervan gebeurt door het strafrecht, met name het opzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen Een arts of zorgbeoefenaar die een patiënt probeert te reanimeren brengt onbetwistbaar herhaaldelijk en opzettelijk de patiënt lichamelijke letsels toe. Denk maar aan de ribben die meestal gebroken, minstens gekneusd worden bij een reanimatie. De patiënt en eventueel zijn naasten of nabestaanden kunnen een schadevordering instellen voor iedere mogelijke schade die ze lijden ten gevolge van het niet respecteren van de weigering op tot reanimatie, de zogenaamde klacht wegens wrongful-living wanneer de patiënt letsel overhoudt van de reanimatie.
Anderzijds wanneer de arts of zorgbeoefenaar de niet reanimatietatoeage respecteert en niet overgaat tot reanimatie, maakt de arts of zorgbeoefenaar zich eventueel schuldig aan een ander misdrijf. Indien achteraf zou blijken dat de niet reanimatietatoeage niet de werkelijk wil van de patiënt betrof in deze situatie, is er mogelijks sprake van schuldig hulpverzuim.
Artikel 422bis van het Strafwetboek bestraft iedere burger die weigert hulp te verlenen of te verschaffen aan iemand die in groot gevaar verkeert, voor zover hij kon helpen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen.
Wanneer de niet reanimatietatoeage rechtsgeldig is opgesteld en dus de werkelijke wil van de patiënt vertegenwoordigt, kan er geen sprake zijn van schuldig hulpverzuim. Niemand is immers verplicht een patiënt te helpen tegen diens wil. Dus de zorgberoeper mag eigenlijk niet reanimeren.
+32 89 32 23 00
Grotestraat 122
B-3600 Genk
+32 89 46 15 62
Bocholterstraat 14
B-3960 Bree